Doorgaan met duurzame groei

Het Energieakkoord bevat een pakket maatregelen waarmee betrokken partijen voortvarend aan de slag zijn gaan. De SER-commissie Borging Energieakkoord (BEA), onder leiding van kroonlid Ed Nijpels, rapporteert in de eerste tussenrapportage dat: 'de energiemix in ons land fors verandert en de klimaatdoelen gehaald worden. Tot 2020 neemt het energiegebruik af en is er sprake van een daling van de gemiddelde energierekening van de consument.' Toch zijn er nog diverse aandachtspunten. Meer aandacht is nodig voor realisatie van energiebesparing in woningen, kantoren en industrie. Ten aanzien van de realisatie van windparken op land vormt draagvlak de belangrijkste uitdaging. De realisatie van wind op zee is vooral geholpen met een versnelling van procedures en een kostenreductie van 40 procent. 

Volg de voortgang van het Energieakkoord duurzame groei op www.energieakkoordser.nl.

Doelen Energieakkoord

Besparen
Een besparing van het finale energieverbruik met gemiddeld 1,5 procent per jaar.
​100 petajoule (PJ) aan energiebesparing in het totale energieverbruik van Nederland per 2020.
 
Hernieuwbare energie opwekken
​Een toename van het aandeel van hernieuwbare energieopwekking (nu ruim 4 procent) naar 14 procent in 2020.
​Een verdere stijging van dit aandeel naar 16 procent in 2023.
Werkgelegenheid 
​Ten minste 15.000 voltijdbanen extra, voor een belangrijk deel in de eerstkomende jaren te creëren.

Het Energieakkoord kent vele pijlers en ambitieuze doelstellingen. Grofweg zijn de energiedoelen te verdelen in twee categorieën: energie besparen en hernieuwbare energie opwekken. Door te investeren in energiebesparende maatregelen en technieken ontstaat werkgelegenheid en uit de besparingen op energie en onderhoud kunnen de investeringen worden terugverdiend.

Betrokkenen als gemeenten, corporaties, onderwijsinstellingen, afvalenergiebedrijven en producenten van duurzame energie uit wind en zon willen allemaal bijdragen aan de gezamenlijke doelstellingen. Klanten van BNG Bank benaderen ons voor de financiering van diverse projecten voor energiebesparing en opwekking van hernieuwbare energie. Vanuit BNG Advies denken wij mee over de risico’s van dergelijke duurzame investeringen met het doel de duurzame ambities realistisch te financieren. In dit artikel enkele voorbeelden van projecten die de afgelopen jaren op die manier van de grond zijn gekomen.

Energie besparen

Ruim 25 procent van het energieverbruik in Nederland komt voor rekening van de bebouwde omgeving. Daarvan beslaat 60 procent woningen en 40 procent utiliteitsgebouwen. Met energetische verbeteringen in de bebouwde omgeving is dus een deel van de benodigde energiebesparing te behalen. Gemeenten en woningcorporaties – twee belangrijke klantgroepen van BNG Bank – zijn hierbij belangrijke trekkers.

Woningbouw

Met diverse maatregelen is het haalbaar een derde tot de helft op het energieverbruik door woningen te besparen. Er zijn diverse besparingsmogelijkheden zoals bijvoorbeeld vloeren dakisolatie, dubbele beglazing en energiezuinige apparaten. Door bij nieuwbouw en ingrijpende renovatie energiebesparende maatregelen te integreren in het woningontwerp kan de energiebesparing zelfs oplopen tot 60 à 70 procent. Een mooi voorbeeld vormt de ingrijpende renovatie van monumentale woningen van Pre Wonen in het Haarlemse Hof van Egmond, waar meer dan 60 procent energiebesparing is gerealiseerd. BNG Bank is de huisbankier van veel woningcorporaties. Ruim 90 procent van de langlopende leningen aan woningcorporaties zijn verstrekt door de twee Nederlandse sectorbanken: BNG Bank en NWB Bank.

De Stroomversnelling

De benadering van de Stroomversnelling ziet er radicaal anders uit dan de traditionele business case van (veel) corporaties. Daardoor komt een goed gerenoveerde woning voor veel meer huurders binnen bereik. De Stroomversnelling betrekt namelijk een nieuwe kapitaalstroom om nul-op-de-energiemeter-renovatie te financieren: de energiekosten van de huurders. De energierekening wordt niet langer aan het energiebedrijf betaald, maar wordt geïnvesteerd in de woning. Hoe? Dat kan doordat de bouwsector renovaties uitvoert die woningen met gegarandeerd nul-op-de-energiemeter opleveren. De woningen wekken op jaarbasis evenveel of meer energie op dan de woning en bewoners samen gebruiken. Deze energieambities zijn mogelijk door een combinatie van hoogwaardige isolatie, slimme installaties en de inzet van lokale duurzame energie.   
De drie kernideeën van de Stroomversnelling:
​Huurders betalen hun energierekening als onderdeel van woonlasten aan een corporatie en krijgen in ruil daarvoor een gerenoveerde comfortabele woning.
​Corporaties benutten die (nieuwe) cashflow om een uitvraag op prestaties te doen aan de bouw.    
​Bouwpartijen leveren, met garanties, renovaties die leiden tot woningen met nul-op-de-energiemeter.    

De Stroomversnelling moet uiteindelijk leiden tot renovatie van 111.000 woningen. Vier bouwers en zes woningcorporaties tekenden 20 juni 2013 een contract voor de eerste 11.000 energieneutrale woningen. Als dat slaagt zullen nog 100.000 andere woningen volgen. De grote aantallen woningen stellen de bouwers in staat om te investeren in forse innovaties. Met de huidige bouwprocessen is een kwaliteitsrenovatie die leidt tot woningen zonder energiekosten niet haalbaar of betaalbaar. Door het bouwproces te industrialiseren, vergelijkbaar met de auto-industrie, kan de kwaliteit van de woning link worden verbeterd tegen lagere kosten. De gemiddelde renovatieprijs moet richting de 50.000 euro.
 

Woningcorporaties hebben in het Energieakkoord de ambitie geformuleerd om alle nieuwbouw in 2020 energieneutraal te laten zijn. Energieneutraal betekent dat een woning zo slim ontworpen is dat het benodigde energieverbruik minimaal is. De resterende benodigde energie wordt vervolgens opgewekt vanuit hernieuwbare energiebronnen, zoals zonnepanelen, warmte-koude-installaties of aardwarmte. Veel corporaties hebben een grote renovatieopgave, met name voor woningen uit de jaren 1950-1970. De investeringen die daarvoor nodig zijn, kunnen zij niet terugverdienen. Na een renovatie mogen en kunnen corporaties slechts een bescheiden huurverhoging doorvoeren. Dit is onvoldoende om de investering te dekken en leidt tot de zogenaamde 'onrendabele top'. Daardoor komt de renovatie in veel Nederlandse wijken onvoldoende op gang. Om hierin een doorbraak te forceren, hebben corporaties en bouwers de Stroomversnelling opgezet.

Maatschappelijk vastgoed

Naast woningbouw is er ook energiebesparingswinst te behalen in maatschappelijk vastgoed. Veel gemeenten besluiten om zelf te investeren in energiebesparende maatregelen en deze investeringen terug te verdienen uit besparingen op energiegebruik en onderhoud. Sommige gemeenten, zoals Nijmegen, hebben hiervoor revolverende fondsen opgezet waarmee de contante waarde van toekomstige besparingen worden ingezet om energiebesparingsinvesteringen te kunnen financieren. Een andere mogelijkheid is het contracteren van een private opdrachtnemer via een Energy Service Company (ESCo). Op basis van een Energie Prestatie Contract garandeert die besparingen op energie en onderhoudskosten met een pakket van maatregelen en investeringen die de ESCo voorfinanciert. BNG Bank is betrokken bij de financiering van het programma Rotterdamse Groene Gebouwen, waaronder ook de verduurzaming van zeven zwembaden in Rotterdam. Het principe is gebaseerd op energiebesparing over een bepaalde looptijd, waarbij de benodigde investering wordt betaald uit de bespaarde energieen onderhoudskosten gedurende de tienjarige looptijd van het Energie Prestatie Contract.

Meer hernieuwbare energie

Zon, wind en aardwarmte zijn potentiële vervangers van fossiele brandstoffen. Op dat gebied is nog een linke slag te maken. De 4,3 procent hernieuwbare energie in 2011 moet in 2020 zijn verhoogd tot 14 procent van het totale energieverbruik in Nederland. Dit vraagt een intensieve inzet op verschillende bronnen van hernieuwbare opwekking, zoals wind op land, wind op zee, diverse vormen van lokale opwekking zoals zonne-energie, en de inzet van biomassa.

De Binnenlandse productie van groene stroom is circa 10 procent van de elektriciteit die we in Nederland gebruiken. In Nederland is de vraag naar groene energie nog steeds hoger dan het aanbod. De rest wordt via certiicaten uit het buitenland geïmporteerd. Op dit moment levert biomassa uit afval de grootste bijdrage aan groene energie in Nederland. Denk aan de verschillende publieke en geprivatiseerde afvalverwerkingsinstallaties (AVI's). Het is de verwachting dat in 2020 wind op zee, geothermie en zonne-energie een groter aandeel zullen vormen.

Biomassa

Het merendeel van de groene stroom in Nederland wordt opgewekt via verbranding van organisch afval in afvalenergiecentrales, door meestoken van hout in elektriciteitscentrales en door biogasinstallaties. Een recent voorbeeld hiervan is BioWarmteCentrale De Purmer: een op houtsnippers gestookte warmtecentrale die 24.000 huishoudens en 1.000 bedrijven in Purmerend voorziet van warmte en warm water. De Purmer is gefinancierd met een lening van een consortium van BNG Bank en Triodus Bank.

Windenergie

Een andere belangrijke leverancier van groene stroom is windenergie. Op dit moment levert windenergie zo'n 19 procent van de hernieuwbare energie. Tot nu toe betreft dit vooral windenergie op land, maar wind op zee kan zich verheugen in toenemende belangstelling. BNG Bank is een van de twaalf commerciële kredietverstrekkers die de bouw van Gemini mogelijk maken. Dit windpark in de Noordzee, 85 kilometer ten noorden van de kust van Groningen, gaat ruim 1,5 miljoen personen voorzien van duurzame elektriciteit.

Gemini is niet het eerste windenergiepark waarbij BNG Bank betrokken is. Het in 2013 gerealiseerde windpark Kreekraksluis in Zeeland heeft met 31 windturbines een totaal vermogen van 77,5 MegaWatt. Hiermee levert het windpark duurzame energie aan zo’n 55.000 huishoudens. Dit staat gelijk aan het elektriciteitsverbruik van bijna alle huishoudens in Zuid-Beveland en Schouwen-Duiveland gezamenlijk. En in het IJsselmeer langs de dijken van de Noordoostpolder verrijst het windpark Westermeerwind. De 48 turbines zullen naar verwachting 144 MegaWatt windstroom produceren voor 160.000 huishoudens. In 2016 is het windpark gereed.

Decentrale energieopwekking

Naast grootschalige projecten voor het opwekken van hernieuwbare energie is de verwachting dat decentrale energieopwekking veel zal gaan bijdragen aan de duurzame groei. In 2020 zouden minimaal 1 miljoen huishoudens en/of MKB-bedrijven gebruik moeten maken van bijvoorbeeld zonne-energie, warmtepompen of warmte-koude-installaties. Hiervoor liggen veel kansen in nieuwbouw en renovatie van woningen.

Veel gemeenten spelen een zeer actieve rol in het stimuleren van decentrale energieopwekking via ondersteuning van energiecoöperaties en andere lokale initiatieven. Of door de eigen gebouwen te voorzien van zonnepanelen. Naast financiering is BNG Bank soms ook als adviseur betrokken. Zoals in Landgraaf waar de gemeente in december 2014 is gestart met het installeren en verhuren van zonnepanelen bij haar inwoners. Met dit PV-project wordt in de gemeente net zo veel duurzame energie geproduceerd als de openbare verlichting verbruikt. Hiermee wordt de openbare verlichting CO2- neutraal en pakt de gemeente haar voortrekkersrol op het gebied van duurzaamheid. Bovendien worden de gemeentelijke verplichtingen in het kader van het Energieakkoord voor een belangrijk deel al, kostenneutraal, ingevuld.

Economische groei

De investeringen in energiebesparing en in opwekking van hernieuwbare energie hebben niet alleen positieve gevolgen voor het klimaat, maar ook voor de werkgelegenheid. In het Energieakkoord is aangegeven dat alle investeringen in energiebesparing en opwekking van hernieuwbare minstens 15.000 extra banen opleveren, met name in de installatie- en bouwsector. Bij veel duurzaamheidsprojecten kiezen initiatiefnemers voor lokale samenwerkingsverbanden. Dit beperkt de transportkosten en geeft een extra economische stimulans aan de betreffende regio. Opdrachtgevers vanuit de overheid zouden deze positieve prikkel extra kunnen promoten om zo meer social return op de investeringen te realiseren.

Financiering duurzame groei

Het Energieakkoord is gebaseerd op tien pijlers. De tiende – maar zeker niet onbelangrijkste – pijler is de financiering van de duurzame groei. Het Energieakkoord streeft naar optimalisatie van
de match tussen vraag en aanbod van financiering. Hiervoor is volgens de ondertekenaars standaardisatie nodig van financiële producten waardoor het mogelijk is om transactiekosten te
verlagen.

BNG Bank heeft de afgelopen jaren een aantal producten en diensten ontwikkeld die bijdragen aan de gewenste standaardisatie:
• ESCo-contracten voor maatschappelijk vastgoed
• ESCo-contracten voor zonne-energiesystemen voor huurders corporatiewoningen
• Inkoopafwegingen bij energieprestatiecontracten

Bij de ontwikkeling van de ESCo-financieringen is BNG Bank uitgegaan van zorgvuldige allocatie en beheersing van de risico’s. De risico’s voor performance van zonnepanelen op huurwoningen ligt bijvoorbeeld bij de leverancier, terwijl een corporatie de risico’s voor leegstand en huurachterstand neemt. Zo liggen de risico’s bij de partijen die ze kunnen beheersen. Met dergelijke ESCo-contracten – waarop kleine variaties mogelijk zijn – is financiering in samenwerking met BNG Bank relatief snel en zonder hoge transactiekosten te arrangeren.
Op de hoogte blijven van de nieuwste artikelen?

Abonneer u op BNG Magazine via onderstaande knop.

Wilt u zelf een artikel aanbieden?

Stuur uw artikel naar de redactie van BNG Magazine en wij nemen vervolgens contact met u op.

BNG Bank maakt gebruik van cookies voor analyse en het goed functioneren van de website. Klik op accepteren om te sluiten. Lees de privacyverklaring en de cookieverklaring voor meer informatie.

BNG Bank gebruikt cookies voor analyse en voor het goed functioneren van de website. Ook kunnen er cookies van derde partijen worden geplaatst. Hiervoor hebben wij uw toestemming nodig.