Dordrecht op weg naar duurzaamheid

‘Wij verduurzamen niet sec voor de p van planet.’ Met deze verrassende uitspraak plaatst wethouder Harry Wagemakers het Dordtse duurzaamheidsbeleid in een realistische context. Natuurlijk gaat het erom dat investeringen worden gedaan met een toekomstbestendig perspectief. Maar juist in tijden van crisis vindt Wagemakers de p van profit des te belangrijker. ‘Met duurzaamheid is geld te verdienen. Door te besparen en dus minder uit te geven. In slechte tijden gaan mensen goede dingen doen, want je moet wel. Je moet met minder middelen toch dingen oppakken. Ook zie je dat bedrijven die aan de slag zijn gegaan met duurzame innovatie beter renderen. Als je inzet op de p van profit, dan realiseer je de p van planet vanzelf.’

Positief stempel
Duurzaamheid is een van de drie speerpunten van het programma dat het college in 2010 voor Dordrecht opstelde. Naast veiligheid en arbeidsmarkt werd bewust gekozen voor een thema met een positieve insteek. Wagemakers: ‘In tijden van crisis wil je naast bezuinigingen ook iets waarmee de gemeente zich kan onderscheiden en waarvoor de inwoners zich kunnen inzetten. Duurzaamheid gaat over de vraag: hoe kunnen we dingen anders  doen? Alles wat je doet, moet je vanuit een duurzaam perspectief doen. Als je nu investeert in iets waarbij je geen duurzaam perspectief kunt bieden, ben je verkeerd bezig. Ook in financiële zin; dan zet je je geld op een verkeerde manier in.’

Ook wij moeten bezuinigen, maar daarbij ontzien we onze speerpunten nadrukkelijk

Duurzaamheid was niet nieuw in Dordrecht toen het huidige college aantrad. ‘Een aantal projecten was al gestart, maar we hadden behoefte aan versnelling’, stelt Wagemakers. ‘Door er een speerpunt van te maken, krijgt het meer aandacht.
Daarbij gaat het om een combinatie van besparen en de transitie van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare vormen van energie. Alles wat je kunt besparen hoef je niet op te wekken, dus het begint aan de voorkant. En als je dan toch gaat produceren, doe dat dan op een zo duurzaam mogelijke manier.’

Veel kansen voor verduurzaming liggen in de eigen organisatie. Daarbij gaat het volgens Wagemakers om ‘de dagelijkse dingen’, zoals verlichting en mobiliteit. ‘Je moet iedere keer weer die afweging maken. Soms is dat simpel. De verlichting die we in de parkeergarage hebben vervangen, verdient zich binnen twee jaar terug. Je bent een rund als je dat niet doet. Een elektrische vrachtwagen voor stadsbeheer is duurder in aanschaf, maar goedkoper in exploitatie. Dan nemen we het verlies op de investering, want dat verdienen we later terug. Maar we zijn daarin niet dogmatisch. We zeggen niet het moet coûte que coûte elektrisch zijn, want er kunnen omstandigheden zijn van technische, financiële of praktische aard waardoor een andere afweging beter is.’

Vier impulsprojecten 

Dordrecht werkt langs twee lijnen aan verduurzaming. Ten eerste de investeringen via de eigen organisatie, zoals ledverlichting in parkeergarages en elektrische auto's

voor stadsbeheer. Daarnaast zijn vier impulsprojecten benoemd, die de duurzaamheid in Dordrecht de benodigde versnelling moeten geven.

  • Energiecoöperatie Dordrecht: een samenwerkingsverband van gemeente en afval- energiebedrijf HVC dat zich richt op energiebesparing en duurzame lokale energie. (www.energiedordrecht.nl)
  • Duurzaamheidsfabriek: een creatieve broedplaats voor innovatie en duurzaamheid met een techniekhal, ateliers, bedrijfsruimtes en ontmoetingsplekken. (www.duurzaamheidsfabriek.nl)
  • Warmtenet Dordrecht: een project van afvalenergiebedrijf HVC waarbij restwarmteuit de centrale wordt gebruikt om woningen en bedrijven te verwarmen.
  • Nieuwe Dordtse Biesbosch: verbetering van waterkwaliteit en ecologisch verbinden van natuurgebieden gecombineerd met duurzame recreatie. (www.nieuwedordtsebiesbosch.nl)

    Belangrijk aspect van het duurzaamheidsbeleid is ook de communicatie met bewoners, bedrijven en belanghebbenden. Een uitgebreide website (www.dordtduurzaam.nl) en nieuwsbrieven zijn hiervan enkele voorbeelden.

Die voorfinanciering van duurzame investeringen is mogelijk in Dordrecht. ‘We zijn gelukkig financieel een gezonde gemeente. Ook wij moeten bezuinigen, daar ontkomen we niet aan, maar daarbij ontzien we onze speerpunten nadrukkelijk. We zoeken de oplossingen dus elders en we verhogen de lokale lasten niet.’

Alle zeilen bijzetten
Om de ambities voor duurzame energieproductie en CO2-besparing waar te maken, worden alle zeilen bijgezet. Dit gebeurt via de vier impulsprojecten, waarbij de gemeente in meer en mindere mate direct betrokken is, maar in ieder geval waar nodig stimuleert en ondersteunt.


Stadsbeheer werkt met elektrische vrachtwagens (foto: Cor Knobbe) 

Bijvoorbeeld de Energiecoöperatie Dordrecht (ECD), die in juli 2012 is opgericht. Met afvalenergiecentrale HVC is de gemeente voor de helft eigenaar. De gemeente financierde 50 procent van het totale startkapitaal van 1,4 miljoen euro. Een deel daarvan zijn startkosten die niet terugkomen, maar het is de bedoeling dat de rest gaan functioneren als een revolving fund. Wagemakers: ‘Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de ECD zichzelf financieel weet te bedruipen. Een van de eerste projecten is het plaatsen van zonnepanelen op gemeentelijke daken. Daar zit een verdienmodel op en dat vloeit dus terug met een rendement van ergens rond de
6 procent. Bij de bank krijg je dat op het moment niet.’

Ook energiebesparing is belangrijk voor ECB. Inmiddels zijn ruim vierhonderd energieadviezen aan particulieren gegeven. Bij meer dan tachtig huishoudens heeft dat geleid tot daadwerkelijke investeringen, bijvoorbeeld in isolatie of zonnepanelen. Wagemakers vindt dat geen slechte score. ‘Het vraagt van mensen toch een investering. Niet iedereen heeft dat of is bereid het te betalen.’ Hij verwacht wel een toename van de particuliere investeringen. ‘Het Energieakkoord biedt straks de mogelijkheden om via je energiebedrijf die investering te doen en die dus in een soort rente en aflossing in je maandtermijn van de energienota te verwerken.’

Hernieuwbare energie
De Energiecoöperatie is ook partner bij de plannen om windturbines te plaatsen in industriële gebieden rondom Dordrecht. De wethouder heeft zich hier hard voor gemaakt. Wat dit betreft is hij zelf ook ‘in transitie’. Zijn partij (Beter voor Dordt) en coalitiepartner VVD spraken zich in het verkiezingsprogramma nog uit tegen plaatsing van windmolens, vanwege horizonvervuiling, geluidsoverlast en schijnbaar onterechte subsidie. Maar als wethouder Duurzaamheid is Wagemakers dit toch verder gaan onderzoeken. En hij is om: ‘Zonnepanelen leveren een bijdrage aan onze ambities voor hernieuwbare energie, maar dat is onvoldoende substantieel om de opgave te realiseren.’ Eind 2013 heeft hij een voorstel voor een Uitvoeringsagenda Windenergie bij de gemeenteraad neergelegd om windmolens op het eiland van Dordrecht te realiseren. Deze molens zet de gemeente niet zelf neer; dat gebeurt door initiatiefnemers uit de markt. Dat past bij de veranderende rol van de overheid.

Klimaatneutraal

Dordrecht wil in 2050 klimaatneutraal zijn. Om deze ambitie waar te maken, heeft de gemeente een energiebeleidsplan opgesteld. Daarin is bepaald dat de gemeente in 2015 11 procent wil besparen op energie en dat 3 procent van de energie in Dordrecht duurzaam wordt geproduceerd. De ontwikkeling op de programma-indicatoren is over het geheel genomen positief. Het (her)gebruik van afval is gestegen en even hoog of hoger dan in de referentiegemeenten. Ook met de energiebesparing en duurzame energie gaat het de goede kant op. De uitbreiding van het restwarmtenet, de acties op het terrein van zonne-energie en de verwachte inzet op windenergie zorgen voor een positieve ontwikkeling. Hiermee verwacht de gemeente haar doelen vanaf 2015 grotendeels te behalen.

 Programma-indicatoren (bron: Onderzoekcentrum Drechtsteden)

​                                                                                                    o-waarde         ​Actuele waarde           Streefwaarde   
​Aandeel van het totaal aan huishoudelijk afval dat nuttig (her)gebruikt wordt   ​48,4% (2008)​52% (2011)60% (2015)
​Geschat energiegebruik corporatie- woningen voor ruimteverwarming​100% (2009)​97% (2013)​90% (2015)
​Verwachte energiebesparing door afgesproken ambities en energie- maatregelen door burgers en ondernemingen​​100% (2009)​96% (2013)​90% (2015)
​Aantal woningen dat aangesloten is op het (rest)warmtenet​0 (2009)​4.000 (2013)​3.000 (2015) 8.000-10.000 (2020)
​Percentage duurzaam geproduceerde energie​0% (2009)​1,5% (2013)​3% (2015)
​Aantal leerlingen dat gebruik maakt van educatieve programma's​20.150 (2009)​20.560 (2012)​20.000 (2015)

Een ander project dat een substantiële bijdrage moet gaan leveren aan het bereiken van de doelstellingen is het warmtenet. Ook hier combineert Wagemakers financiële en duurzame aspecten. ‘De gemeente is aandeelhouder van afvalenergiecentrale HVC, dus hebben we er belang bij dat de verbrandingsoven zo goed mogelijk rendeert. De warmte gaat nu letterlijk de pijp uit. Als je die warmte kunt vermarkten door het in een buis te stoppen en ermee de stad te verwarmen, geeft dat dubbel rendement. Het verbetert je financiële positie en het verduurzaamt de stad.’

De warmte gaat nu letterlijk de pijp uit

In combinatie met werkzaamheden in de openbare ruimte worden gaandeweg leidingen gelegd. In 2015 moet Warmtenet Dordrecht compleet zijn. Eenvoudig is het niet. Voor een contract tussen HVC en het ernaast gelegen chemisch bedrijf DuPont was twee jaar onderhandelen nodig. Maar de pijp wordt gelegd en straks gebruikt DuPont stoom van de afvalenergiecentrale. Die stoomlevering neemt een derde van de Dordtse energiebesparingsdoelstelling voor haar rekening.

Doel is om in 2020 ruim 8.000 woningen en bedrijven te hebben aangesloten op het restwarmtenet. Een huishouden dat gebruikmaakt van deze restwarmte stoot tot 70 procent minder CO2 uit dan met een traditionele cv-installatie.

Duurzame natuur
Ook de aanleg van de Nieuwe Dordtse Biesbosch rekent Dordrecht bij de vier impulsprojecten. Toch is dit van een andere orde dan de initiatieven waarmee de energiedoelstellingen moeten worden behaald. In eerste instantie is dit een project van het waterschap om een bijdrage te leveren aan de waterkwaliteit. Dit wordt gecombineerd met uitbreiding van groene recreatiemogelijkheden. Het budget van
31 miljoen euro wordt grotendeels door het Rijk en de provincie gefinancierd, de gemeente investeert een kleine 5 miljoen. De nieuw aan te leggen natuur vormt een belangrijke schakel in de Ecologische Hoofdstructuur. Maar het gaat hier ook om de beleving van de natuur: de p van people.

‘Dit levert geen CO2-reductie op’, zegt Wagemakers, ‘maar zorgt wel voor vergroening aan de rand van de stad.’ Eind 2013 doet de Raad van State uitspraak in een bestemmingsplanprocedure.  Wagemakers verwacht dat het bestemmingsplan niet wordt vernietigd en het project dus door kan naar de volgende fase.

Lokaal autonoom
Over het Energieakkoord is Wagemakers in principe wel positief. Maar soms gaat de bemoeizucht vanuit de centrale overheid hem te ver. ‘Den Haag moet ons de ruimte laten om verduurzaming op lokaal niveau op te pakken.’ Als voorbeeld noemt hij het beleid voor plaatsing van laadpalen voor elektrische auto’s (waar een taskforce al ruim een jaar over vergadert) of de strakke postcoderegeling voor wind- of zonneenergie (levering mag alleen in vooraf vastgestelde aangrenzende postcodegebieden). ‘Zulke dingen moet je niet van bovenaf reguleren. Het Energieakkoord biedt houvast, maar tegelijkertijd slaan ze ook her en der piketpalen waar het niet nodig is. Als je wilt decentraliseren, dan moet je ook loslaten.’

Datzelfde geldt voor de gemeente, want Wagemakers gelooft ook in initiatieven die vanuit bewoners van de stad komen. De gemeente gaat dat niet subsidiëren, maar waar mogelijk wel faciliteren. ‘Door de verbinding te leggen kun je van één en één elf maken.’ Hij geeft een voorbeeld: ‘Wij gaan als gemeente geen terreinen voor stadslandbouw aanleggen en in exploitatie brengen. Dat is niet je kerntaak. Maar als mensen dat willen en er is een leegstaande kas beschikbaar, dan maken we het mede mogelijk. Dus we initiëren niet, tenminste niet op alles, maar we helpen burgerinitiatieven om op die manier de verduurzaming vorm te geven.’

Verbinden en vasthouden
Versnelling was het uitgangspunt voor het duurzaamheidsbeleid dat het Dordtse college heeft ingezet. Is dat gelukt? Deels wel. Op het gebied van windenergie is al meer bereikt dan gedacht. Maar de ontwikkeling van de Nieuwe Dordtse
Biesbosch heeft veel vertraging opgelopen door rijksbezuinigingen en de bestemmingsplanprocedure. Ook de aanleg van het warmtenet loopt achter op de geplande uitvoering. ‘Dat betekent dat de volgende collegeperiode verdere versnelling zal moeten brengen’, besluit Wagemakers. ‘Want de crisis is volgend jaar nog niet uit ons leven, ook niet na de gemeenteraadsverkiezingen. Daar krijgen we ook in de volgende collegeperiode gewoon hard mee te maken.’ Zijn mantra om dat voor elkaar te krijgen is: ‘Verbinden en vasthouden. Veel relatiemanagement en niet te snel opgeven als het moeilijk, ingewikkeld of lastig lijkt.’

Duurzaamheidsfabriek: leren en investeren in techniek en duurzaamheid

Op 4 oktober 2013 werd de Duurzaamheidsfabriek op Leerpark Dordrecht officieel geopend. Dit gebouw combineert onderwijs met ondernemerschap. Diverse technische bedrijven hebben zich hier gevestigd zodat jongeren hier praktijkonderwijs kunnen volgen. Jongeren werken aan échte opdrachten en worden zo de duurzame technici van de toekomst.

 
Bij al die technologie staat duurzame innovatie hoog in het vaandel. Ondernemers werken daarvoor samen met onderwijsinstellingen en kennisinstituten aan duurzame innovaties. Zij laten bijvoorbeeld een prototype maken van een nieuw duurzaam product of geven gastlessen. Belangrijk is de samenwerking met de maritieme industrie, een bedrijfstak die in de regio Dordrecht zit te springen om goed opgeleid personeel.

Het gebouw is ontworpen door Thomas Rau. Bewust zijn veel technische installaties in het gebouw open en bloot: ook daarvan kunnen de jongeren leren. Op de gevel pronkt een opvallende 4D-gevel: roterende panelen kunnen afwisselend zonnenergie opwekken, fijnstof uit de lucht fi eren of reclameboodschappen tonen. De vierde D staat voor duurzaamheid, vanwege het meervoudig gebruik van de gevel.

De vierde verdieping van het gebouw is te gebruiken als flexibele werkplek en ruimte voor bijeenkomsten. Hier wordt het concept van de circulaire economie volgens het zogenoemde Turntoo-model in de praktijk gebracht: leveranciers bieden geen producten maar prestaties, je koopt dus geen lampen maar lichturen, geen tapijt maar loopuren.

 De Duurzaamheidsfabriek staat in de duurzame stadswijk Leerpark Dordrecht, waar wonen, werken en leren is gecombineerd met natuur en milieu. In 2011 won de Duurzaamheidsfabriek de VNG-prijs voor het beste duurzame plan. In 2013 werd het gebouw genomineerd voor de Award Duurzame Architectuur.

Meer informatie: www.duurzaamheidsfabriek.nl

 

Op de hoogte blijven van de nieuwste artikelen?

Abonneer u op BNG Magazine via onderstaande knop.

Wilt u zelf een artikel aanbieden?

Stuur uw artikel naar de redactie van BNG Magazine en wij nemen vervolgens contact met u op.

BNG Bank maakt gebruik van cookies voor analyse en het goed functioneren van de website. Klik op accepteren om te sluiten. Lees de privacyverklaring en de cookieverklaring voor meer informatie.

BNG Bank gebruikt cookies voor analyse en voor het goed functioneren van de website. Ook kunnen er cookies van derde partijen worden geplaatst. Hiervoor hebben wij uw toestemming nodig.