Miljoenennota 2017: Vaste grond
De raming is een fractie lager dan een half jaar geleden in het centraal economisch plan (CEP) werd voorzien. Dit hangt samen met de wereldhandel die als gevolg van aanhoudende internationale onzekerheden minder sterk groeit. Vooruitlopende economische indicatoren zoals het ondernemersvertrouwen duiden op een aanhoudende economische groei.
Na jaren van bezuinigingen neemt ook het vertrouwen van huishoudens toe, waardoor zij meer gaan besteden. Dat zagen we vorig jaar al, maar deze ontwikkeling zet dit jaar en in 2017 door. Dat is mede het gevolg van de lastenverlichting van EUR 5 miljard die dit jaar werd doorgevoerd.
De werkgelegenheid groeit en deze groei lijkt de afgelopen maanden zelfs te versnellen. Het CPB verwacht dat de private consumptie in 2017 met 1,8% zal toenemen tegen 1,3% dit jaar. Huishoudens blijven echter voorzichtig. Een deel van de inkomensgroei wordt gespaard vanuit voorzorgmotieven.
De uitvoer groeit in 2017 met circa 3%. Dat is gematigder dan in voorgaande jaren. Dit hangt onder meer samen met de trage groei in de opkomende landen en de problemen in de EU. De vluchtelingencrisis en meer recent de Brexit hebben een negatieve invloed op het integratieproces.
Daarnaast zal de Britse economie in 2017 beduidend minder groeien als gevolg van onzekerheid over de Brexit. De bedrijfsinvesteringen groeien volgens het CPB met 2,6% tegen 7,2% dit jaar. De productiecapaciteit in het bedrijfsleven is na een sterke groei in voorgaande jaren in lijn gekomen met de vraag. Het herstel van de woningmarkt zet in 2017 door, al zal de groei van het aantal transacties geleidelijk afvlakken. Het CPB verwacht dat de investeringen in woningen zullen groeien met 4,5% tegen ruim 10% dit jaar.
OVERHEIDSTEKORT VALT LAGER UIT
Ondanks de wat lagere economische groei komt het overheidstekort beduidend lager uit dan in vorige miljoenennota of zelfs in maart (CEP) werd verwacht. In 2017 wordt een tekort van slechts 0,5% verwacht. In de miljoenennota 2016 was dat nog 1,3%.
Dit jaar komt het EMU-tekort 0,4%-punt lager uit op 1,1%. Deze ramingen zijn waarschijnlijk nog te pessimistisch. Uit cijfers van het CBS blijkt, dat het overheidstekort in de eerste helft van dit jaar is uitgekomen op EUR 1,4 miljard, 0,2% van het bbp. In de zogenaamde verticale toelichting van de miljoenennota wordt deze verbetering verklaard.
Voornaamste oorzaken zijn de meevallende belasting- en premie-inkomsten, de lagere werkloosheiduitkeringen alsmede - vooral in 2017 - lagere rentelasten en zorguitgaven. Deze en andere meevallers compenseren in ruime mate de lagere overheidsinkomsten uit de aardgaswinning.
Mede als gevolg van de lagere overheidstekorten neemt de EMU-schuld sneller af dan was voorzien. Het CPB verwacht dat de bruto EMU-schuld in 2017 zal zijn gedaald tot circa 62% van het bbp. Dit is lager dan bij het aantreden van dit kabinet, maar nog steeds beduidend hoger dan voor de crisis. In 2007 bedroeg de bruto overheidsschuld nog 42,7% van het bbp.
Volgens het CPB zijn de overheidsfinanciën op lange termijn houdbaar. In de komende kabinetsperiode wordt een gemiddelde economische groei van 1,7% voorzien. Uitgaande van een ongewijzigd beleid verbetert het overheiddsaldo elk jaar. In 2021 wordt een overschot van 0,8% verwacht. De bruto overheidsschuld komt in 2021 uit op 53%, ruim onder de EMU-referentiewaarde van 60% van het bbp.
Kerncijfers overheidsfinancien (% BBP) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 |
| | | | | | |
Bruto overheidsuitgaven | 47,1 | 46,9 | 46,4 | 45,5 | 44,5 | 44,1 |
Gasbaten | 2,0 | 2,1 | 1,4 | 0,7 | 0,4 | 0,3 |
Overige niet-belastingmiddelen | 5,2 | 5,9 | 5,2 | 5,2 | 4,7 | 4,5 |
Netto overheidsuitgaven | 39,9 | 38,9 | 39,8 | 39,6 | 39,4 | 39,3 |
| | | | | ||
Overheidsinkomsten | 36,0 | 36,5 | 37,5 | 37,7 | 38,2 | 38,7 |
EMU-saldo | -3,9 | -2,4 | -2,3 | -1,9 | -1,1 | -0,7 |
Primair saldoEMU-saldo excl. rentebetalingen | -2,3 | -0,9 | -0,9 | -0,6 | 0,0 | 0,3 |
EMU-schuld | 66,4 | 66,7 | 67,9 | 65,1 | 63,3 | 61,8 |
Bron: MEV 2017
In de miljoenennota 2017 worden weinig nieuwe initiatieven en plannen aangekondigd. Dat is niet verrassend voor een kabinet dat aan het einde van zijn regeerperiode zit. De regering wil EUR 1,5 miljard extra uitgegeven. De voorgenomen bezuiniging van EUR 500 miljoen op de verpleeghuiszorg wordt geschrapt.
Daarnaast wordt extra geld uitgetrokken voor veiligheid en justitie (EUR 450 miljoen), defensie (EUR 300 miljoen) en onderwijs (EUR 200 miljoen). Daarnaast neemt de regering een reeks van maatregelen van in totaal netto EUR 1,1 miljard om de koopkracht van uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden te vergroten. De huurtoeslag en het kindgebonden budget worden verhoogd. In de lastensfeer worden de zorgtoeslag, de algemene heffingskorting en de zorgtoeslag verhoogd en de arbeidskorting verlaagd.
MEER INVESTERINGEN NODIG
Dankzij de hervormingen op het terrein van het pensioenstelsel, de arbeidsmarkt, de woningmarkt en de financiele sector staat ons land er structureel beter voor dan voor de financiele crisis. Voortzetting van de economische groei in de komende jaren is echter niet vanzelfsprekend. De internationale onzekerheden zullen naar verwachting aanzienlijk blijven. Nederland is als open economie zeer gevoelig voor internationale ontwikkelingen.
De economische ontwikkeling in de komende jaren kan worden ondersteund door een groei van de investeringen. Aan de ene kant vragen maatschappelijke uitdagingen om forse investeringen in energietransitie, verduurzaming, infrastructuur en onderwijs. Aan de andere kant worden knelpunten gesignaleerd bij de financiering van nieuwe investeringen door kansrijke nieuwe bedrijven.
Daar waar het marktaanbod tekortschiet, wil het kabinet nieuwe investeringen stimuleren en ondersteunen. Het kabinet bepleit daartoe de oprichting van een nationale financieringsinstelling en zal nog deze kabinetsperiode een voorstel voor de oprichting van zo'n instelling uitwerken. BNG Bank steunt dit kabinetsvoornemen voor meer investeringen.
In de miljoennota wordt gememoreerd dat het Junckerplan via ondersteuning van financiering de investeringen in de EU wil stimuleren. Tot nu toe heeft dit plan dat in november 2014 werd gelanceerd, niet geleid tot een toename van de investeringen in Europa. Ook de uitbreiding van het kapitaal van de EIB in 2012 heeft weinig effect gehad. Deze ervaringen illustreren dat het verre van eenvoudig is om via overheidsmaatregelen de investeringen te vergroten.
TE VEEL BEZUINIGD?
In de aanloop naar de miljoenennota 2017 kwam er van diverse zijden kritiek op het regeringsbeleid. Verschillende economen zijn van mening dat er de afgelopen jaren te veel is bezuinigd en dat hierdoor veel banen verloren zijn gegaan. Dit laatste is zeker waar, maar de vraag is of een ander beleid mogelijk was geweest.
Na het ontstaan van de financiële crisis in de herfst van 2008 voerde de overheid in eerste instantie een stimulerend beleid. De Europese Commissie besloot de regels van het Stabiliteits-en Groeipact tijdelijk los te laten. Het overheidssaldo verslechterde daardoor fors, namelijk van een overschot van 0,2% in 2008 naar een tekort van 5,4% (2009) en 5,0% (2010).
Deze niveaus lieten geen ruimte voor een stimuleringsbeleid. Het overheidstekort en de bruto schuld zouden dan nog verder zijn opgelopen, waardoor de Nederlandse Staat zijn AAA-rating zou hebben verloren. De lange rentetarieven zouden dan zijn opgelopen. In de tweede plaats zou een stimuleringsbeleid voorbij zijn gegaan aan de problemen van de Nederlandse economie.
Die lagen op het terrein van de pensioenen, de arbeidsmarkt en de woningmarkt en waren niet conjunctureel maar structureel van aard. In de derde plaats is een stimuleringsbeleid in een kleine open economie als de Nederlandse weinig effectief, omdat een groot deel van de vraagimpuls via hogere importen 'weglekt' naar het buitenland. De vergelijking met de Verenigde Staten die Bas Jacobs maakt gaat om deze reden niet op.
Een belangrijker punt van kritiek is mijns inziens dat de regering er niet in is geslaagd om het belastingstelsel in 2015 te hervormen. Het huidige stelsel behandelt groepen met eenzelfde inkomen ongelijk, wat kan leiden tot polarisatie in de samenleving, zo waarschuwt fiscalist Leo Stevens'Voer belastingdebat in verkiezingsstrijd', FD 12-9-2019.
Zo dragen mensen in loondienst in box 1 meer belasting af dan zzp'ers met eenzelfde inkomen. Hetzelfde geldt voor eenverdieners versus tweeverdieners. Jongeren die na 1 januari 2013 een huis hebben gekocht, profiteren minder van de hypotheekrenteaftrek dan ouderen die dat eerder hebben gedaan.
Bovendien is het de vraag of sommige van deze bepalingen nog economisch efficiënt zijn. Zo is de participatiegraad op de arbeidsmarkt al sterk toegenomen, zodat het valt te bezien of de fiscale begunstiging van tweeverdieners boven eenverdieners in deze participatie nog verder zal doen toenemen. Een ander punt van kritiek van Stevens is dat de vermogensrendementsheffing niet meer aansluit bij de werkelijkheid. Tenslotte betekent het uitblijven van een fiscale hervorming dat het verschil tussen bruto- en nettoloon (de zogenaamde wig) groot blijft.
CONCLUSIE
Mede dankzij de doorgevoerde structurele hervormingen staat de Nederlandse economie er duidelijk beter voor. Dankzij toenemende belastinginkomsten verbeteren de overheidsfinancien sneller dan was verwacht. Afgaande op recente cijfers is het heel wel mogelijk dat er dit jaar al een begrotingsoverschot wordt bereikt. Dit biedt de overheid in de komende jaren ruimte om meer te investeren en het belastingstelsel te hervormen.
Abonneer u op BNG Magazine via onderstaande knop.
Stuur uw artikel naar de redactie van BNG Magazine en wij nemen vervolgens contact met u op.