Van verzorgingsstaat naar verzorgingsstad
De wijzigende verhoudingen tussen Rijk, gemeente en regio waren hét thema van de 100.000+ wethoudersbijeenkomst van EY en BNG Bank. De 22e bijeenkomst was dit najaar in Amsterdam. ‘We moeten met minder geld een meer sociale stad bouwen’, stelde de Amsterdamse wethouder Pieter Hilhorst bij de aftrap van het congres. ‘Dichtbij de mensen staan en problemen zo veel mogelijk bij de bron aanpakken. En tegelijk efficiënter en goedkoper werken. In Amsterdam zijn we deze weg al ingeslagen. Stad en stadsdelen geven per jaar nu al 462 miljoen euro minder uit. Maar goedkoper werken mag geen alibi zijn voor louter en alleen bezuinigen. De enorme decentralisaties die het Rijk voor ogen heeft, dwingen ons anders te gaan werken.
Maatschappelijke kosten-batenanalyses maken om risico’s te beperken, kennis en ideeën uitwisselen en niet alles zelf gaan bedenken. Dat is het devies. Beter goed gejat dan slecht bedacht.’
De 3 D’s als kans
Wiebe Draijer, kroonlid en voorzitter van de SER, ziet in de grootschalige decentralisatie een enorme kans. ‘Decentralisatie van taken van het Rijk naar gemeenten is op zich niet nieuw. De omvang en impact van de aankomende 3 D’s zijn dat wel. Het is een majeure verschuiving, maar zal zeker niet de laatste zijn.’ Met de drie decentralisaties – de 3 D’s – wordt gerefereerd aan de veranderingen rond WMO, participatiewet en jeugdzorg. ‘Steden zijn bij uitstek in staat een belangrijke rol te vervullen in het sociale domein. Het gaat hierbij om een grotere beheersbaarheid van de uitgaven, het wegnemen van perverse prikkels en zelfversterkende effecten die bij aansturing vanuit het Rijk optreden.
Gemeenten zijn in staat betere integrale afwegingen te maken van alle belangen.’
Risico’s zijn er ontegenzeggelijk ook, erkent Draijer. Grote risico’s zelfs. Sociaal, maar beslist ook financieel. ‘Zeperds zullen er ongetwijfeld komen en binnen de gemeentegrenzen zijn maar weinig mogelijkheden tegenvallers op te vangen. Bovendien zullen er verschillen in de kwaliteit van de uitvoering ontstaan en kan de ongelijkheid in dienstverlening door de burger worden uitgespeeld.’
Succesvolle veranderingen
Draijer gaf een aantal adviezen. ‘Blijf de hogere doelstelling omarmen en herhalen. Waarom is dit allemaal nodig? Erken bovendien uw sterke en uw minder sterke kanten en ga op zoek naar mensen en partijen die u kunnen helpen. Stimuleer sociaal ondernemerschap binnen de gemeentegrenzen. Dit is een nog grotendeels onbenutte rijkdom met ongekende mogelijkheden.
Belangrijk is verder uw programma goed vorm te geven: houd het behapbaar en uitlegbaar. Breng uw veranderingen terug tot maximaal vijf thema’s op één A4.
Juist financiële mensen kunnen hierin een belangrijke rol vervullen. Maak bovendien de financiële grenzen van de gemeente inzichtelijk. De rol van poortwachter is geen leuke, maar stringent toezicht is wel belangrijk om de financiële risico’s te beperken.’
‘Begin verder tijdig met uitleggen’, vervolgt Draijer. ‘Vanaf het begin de dialoog met alle betrokkenen aangaan. Zie de komende decentralisatie niet als een grote zwarte wolk, maar als een lerende uitdaging. Communicatie is van groot belang, ook om de bevolking bij initiatieven te betrekken en te stimuleren zelf met ideeën te komen. Ga met elkaar dit verkennende traject in en zoek de dialoog op.
Stimuleer sociaal ondernemerschap, want daarin is de grootste winst te halen.’
Thema's lunchdebat wethouder en concerncontrollers
Een groot deel van het middagprogramma van de 100.000+-bijeenkomst bestond uit een debat van wethouders financiën en concerncontrollers over zes thema's in het kader van de decentralisatie van taken in het sociale domein naar de gemeenten.
Control
• ‘Control is beheersen, maar dat is lastig als je niet weet wat je moet beheersen.’
• Zorg voor grip op de eerstelijnsvoorzieningen.
• Wijkgericht werken is de basis voor het inrichten van de gemeentelijke organisatie.
Financiën
• ‘Concerncontrollers moeten zich meer in het sociale domein wurmen.’
• Middelen reserveren als buffer om tegenvallers op te vangen.
• Risicoinanciering heeft nog maar weinig aandacht bij gemeenten.
• Door alle onzekerheden is het niet mogelijk nu al goede financiële inschattingen te maken.
Risicomanagement
• Vooruit sparen voor toekomstige risico’s.
• Met zorgaanbieders zoeken naar innovatieve mogelijkheden.
• Scenarioplanning gebruiken als aanvulling op risicomanagementsysteem. What-if scenario methodisch toepassen.
• Best practices verzamelen en beschik- baar maken voor alle gemeenten.
Rol van de raad
• Communicatie met de raad en verwachtingsmanagement erg belangrijk.
• Geef raadsleden inzicht in het proces en laat zien dat er wel eens zaken mis kunnen gaan.
Samenwerking
• Zorg voor voldoende grip op de samenwerking.
• Meer kennisuitwisseling tussen gemeenten.
• Samenwerking: nieuw domein met nieuwe dynamiek.
• Niet vasthouden aan traditionele grenzen.
Gelijkheidsbeginsel
• Regionale gelijkheid niet laten frustreren door zaken die op de achtergrond meespelen.
• Zoeken naar innovaties niet dichtregelen door beheersingsmaatregelen en control.
• ‘De dichte schutting tussen Rijk en gemeenten moet een open volleybalnet worden: je ziet elkaar en je trekt je aan elkaar op.’
Onzekerheid: zorg voor colleges
De financieel verantwoordelijken binnen gemeenten hebben te maken met een groot aantal onzekerheden. Onduidelijk is welke middelen de gemeenten krijgen voor het uitvoeren van de taken in het sociale domein. Ook is nog niet bekend welke regels Den Haag meegeeft en in hoeverre het Rijk beleidsvrijheden daadwerkelijk overhevelt. Tot slot is er onduidelijkheid over de tijdlijn van de decentralisatie.
Al die onzekerheden baren de colleges zorg, zo blijkt uit interviews met wethouders die voorafgaand aan de 100.000+ wethoudersbijeenkomst zijn gehouden. Ook tijdens de discussies in het Lagerhuisdebat onder leiding van bestuursvoorzitter Carel van Eykelenburg van BNG Bank werd duidelijk dat het maken van een goede (financiële) inschatting van de impact van de decentralisaties bijna onmogelijk is.
Hoe wordt omgegaan met de politieke discussie over verschillen in het voorzieningenniveau tussen gemeenten? Gaat de politiek zich bij het eerste het beste incident weer bemoeien met de uitvoering en extra regels stellen? Hoe is de regelreflex in te dammen?
Meer taken decentraal neerleggen kan, maar dat houdt ook in dat het Rijk bereid moet zijn zaken los te laten. De kaders vanuit Den Haag wijzigen nog wel eens en gemeenten moeten het maar oplossen.
Hoe, dat weet niemand. Gemeenten lopen enorme risico’s, zeker in dit domein. Een afwijking van 1 procent van het begrote bedrag kan grote tekorten veroorzaken.
Belangrijk is te blijven hameren op de gemeentelijke beleidsvrijheid en de verschillen in uitvoering die zullen ontstaan. Je moet op je strepen durven staan, luidde een van de conclusies in het debat.
De grote stad als trekker in de regio
In de uitvoering van taken fungeren de 100.000+ gemeenten in de regio als trekker. Een logische ontwikkeling die op tal van plekken al is ingezet. Toch zijn er behoorlijke verschillen en ook de vorm van samenwerken en de governance zijn nog lang niet overal goed ingevuld. Bovendien moet worden gewaakt voor een te omvangrijke vergadercultuur.
Samenwerking is bedoeld voor meer efficiency, maar kan meer tijd kosten door voortdurend met alle partijen van gedachten te moeten wisselen. Zeker in het sociale domein ligt dit gevaar op de loer. Daarvoor moet worden gewaakt.
Boodschap voor Den Haag
Hoewel op veel plekken de voorbereidingen in volle gang zijn, overheerst de onzekerheid. Die moet zo snel mogelijk worden weggenomen, vinden de wethouders. ‘2015 nadert al snel en we kunnen niet wachten. Geef ons de tijd zaken voor te bereiden. Stel een datum vast en houd je daaraan’, zo luidde de boodschap aan Den Haag.
Abonneer u op BNG Magazine via onderstaande knop.
Stuur uw artikel naar de redactie van BNG Magazine en wij nemen vervolgens contact met u op.