Uitgelicht: opvang statushouders
Akkoord opvang statushouders; hoe zit het met het accres?
Begin juni zijn de gemeenten in grote meerderheid akkoord gegaan met het akkoord over de opvang van statushouders. Belangrijk onderdeel van dit akkoord waren de financiële afspraken. Deze afspraken zijn anders dan anders en hebben bij de financials in de gemeenten in eerste instantie voor opgetrokken wenkbrauwen gezorgd.
- Voor de dekking van de kosten die de gemeenten maken voor de opvang wordt naast een extra bedrag voor participatie dat door het kabinet is toegezegd (€ 140 mln) ook het zogenaamde partiële accres gebruikt.
- Het bedrag dat is afgesproken wordt niet verdeeld via de algemene uitkering maar via een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds. De gemeentelijke onderhandelaars waren van mening dat er pas geld naar de gemeenten moet gaan als gemeenten inderdaad statushouders opnemen. Niet op basis van de huisvestingstaakstelling. Via de algemene uitkering zou deze wens niet te realiseren zijn.
Eind mei kwam de meicirculaire uit. Het accres voor 2015 stijgt met € 50 mln ten opzichte van de laatste septembercirculaire. Het accres voor 2016 daalt met bijna € 120 mln en stijgt in 2017 met ruim € 100 mln. Om de decentralisatie-uitkering verhoogde asielinstroom te voeden wordt een deel van het accres (€ 245 mln) over die jaren afgeroomd. Een argeloze lezer zou kunnen denken dat door het uitwerkingsakkoord asiel het vrij besteedbare accres daalt en de gemeenten hiervoor moeten bezuinigen. Toch zit het anders.
Eerst het partiële accres
Het kabinet geeft in 2015, 2016 en 2017 veel extra geld aan de eerstejaarsopvang van vluchtelingen die massaal in Nederland asiel aanvroegen. Om deze kosten te kunnen dekken heeft het Rijk middelen voor ontwikkelingssamenwerking van het ministerie van buitenlandse zaken overgeheveld naar de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Middelen die niet-accresrelevant waren lopen door die overheveling wel mee met de "trap op trap af systematiek". Daardoor ontstaat in 2015 tot en met 2017 extra accres: in totaal bedraagt het partiële accres € 353 mln.
De asielzoekers waarvoor het Rijk deze asieluitgaven doet (waardoor het accres ontstaat), zijn dezelfde mensen voor wie gemeenten kosten maken wanneer zij als statushouder in gemeenten worden gehuisvest. Er is dus een één op één koppeling te maken tussen het partiële accres en de gemeentelijke kosten aan statushouder. Als er geen verhoogde asielinstroom was, was het partiële accres niet ontstaan.
Bij het bekrachtigen van het uitwerkingsakkoord hebben partijen daarom aangegeven het acceptabel te vinden dat deze accresmiddelen als dekking worden ingezet voor de kosten die gemeenten voor de grote groep statushouders maken. Een lastig punt daarbij was dat een deel na de septembercirculaire 2015 al verwerkt was in de gemeentelijke administratie.
Dan het normale accres
Degenen die de begrotingsbesprekingen van het kabinet volgen hebben eind maart al opgemerkt dat het kabinet een flink probleem had met het op orde brengen van de financiën. 'Bronnen' spraken van een bezuinigingsopgave van ettelijke miljarden. Dit had te maken met het zogenaamde ruilvoetverlies. De prijsindicator waarmee de budgettaire kaders van de rijksbegroting jaarlijks worden opgehoogd valt dit jaar veel lager uit dan de werkelijk loon- en prijsmutaties op de departementale begrotingen. Dit gat is gedicht door fors aanvullend te bezuinigen.
Wanneer we al deze ontwikkelingen bij elkaar nemen dan ontstaat het volgende plaatje. Ook zonder de hogere asielinstroom zou er vanwege de ruilvoetproblematiek aanvullend zijn bezuinigd in 2016. Zonder verhoogde asielinstroom zou het accres 2016 nog minder hoog zijn.
Het partiële accres is zeker een gevolg van een verleggen van financieringsstromen binnen de rijksbegroting waardoor ontwikkelingssamenwerkingsgelden in dit geval wel 'trap op trap af relevant' worden. Het inzetten van deze middelen is in die zin dan ook geen sigaar uit eigen doos, maar een handigheidje van het kabinet om gelden beschikbaar te krijgen voor gemeenten om huisvesting en integratie op gang te brengen.
Betekent het koppelen van (partiële) accres aan bestedingsdoelen (statushouders) dat de vrije besteding van de algemene uitkering zijn langste tijd heeft gehad? Nee, dat is zeker niet de intentie van het uitwerkingsakkoord. In bijzondere omstandigheden zijn bijzondere afspraken gerechtvaardigd.
Net zoals de afspraak ten tijde van de economische crisis, waardoor de normeringssystematiek in 2010 en 2011 buiten werking is gesteld. Er is niemand die daar nu weer op aankoerst. Laten we de afspraak uit het uitwerkingsakkoord verhoogde asielinstroom ook als eenmalig beschouwen.
Abonneer u op BNG Magazine via onderstaande knop.
Stuur uw artikel naar de redactie van BNG Magazine en wij nemen vervolgens contact met u op.