Wet deelfonds sociaal domein
Wat speelt er momenteel op het gebied van gemeentefinanciën? Medewerkers van het expertisecentrum gemeentefinanciën van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten lichten enkele belangrijke onderwerpen toe.
Wet deelfonds sociaal domein naar Raad van State
In december zond minister Plasterk de VNG ter consultatie het conceptvoorstel 'tijdelijke bepalingen in verband met de instelling van een deelfonds sociaal domein'. De conceptwet ligt inmiddels bij de Raad van State. Het deelfonds kent de komende drie jaar een bestedingsverplichting. Bij onderbesteding kan het Rijk ingrijpen.
Op 1 januari 2015 is de beoogde inwerking- treding van de nieuwe Jeugdwet, de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet. Het budget voor de bij deze decentralisaties behorende taken wordt beschikbaar gesteld via het deelfonds sociaal domein. Dit deelfonds moet gemeenten in staat stellen deze taken in samenhang uit te voeren, ook met taken die zij al hebben. Het deelfonds bevat naar verwachting alleen het nieuwe geld dat hiervoor beschikbaar komt. Wij verwach- ten dat dit circa 7 miljard euro zal zijn. De reeds beschikbare middelen gaan op de gebruikelijke wijze naar de gemeenten.
Het deelfonds is bedoeld als een tijdelijke voorziening. De Wet deelfonds sociaal domein vervalt daarom drie jaar na de inwerkingtreding. De middelen in het deelfonds kunnen gedurende deze periode alleen worden besteed aan de doelen van het sociaal domein. Het is niet toegestaan het geld uit het deelfonds in te zetten voor andere doelen. Gemeenten zijn wel vrij om eigen middelen aan te wenden voor het sociaal domein.
Informatie voor het Rijk
Via de informatie voor derden (IV-3) verstrekken gemeenten jaarlijks informatie aan het Rijk over de besteding van de middelen in het sociaal domein. Op deze manier heeft het Rijk inzicht in de beste- dingen van alle individuele gemeenten. Ook zal jaarlijks informatie aan het Rijk worden verstrekt over de aanwezigheid van een goedkeurende controleverklaring op de jaarrekening van de gemeente.
Bij (meerjarige) onderbesteding in een bepaalde gemeente zal het Rijk kijken naar de prestaties van deze gemeente. Dat kan aanleiding zijn voor nader onderzoek naar de oorzaken. De uitkomst van dit onderzoek kan voor het Rijk reden zijn om in te grijpen. Het Rijk kan een aanwijzing geven als het ernstige tekortkomingen vaststelt. Het wetsvoorstel voorziet in de mogelijk- heid tot opschorting van de uitbetaling uit het deelfonds sociaal domein aan de betreffende gemeente als de aanwijzing niet (voldoende) wordt nageleefd.
Indexatie en verdeling
De middelen in het deelfonds lopen niet mee in de accressystematiek van de algemene uitkering in het gemeentefonds (trap op, trap af, gekoppeld aan de rijksbegroting), maar er zal een andere indexatiewijze worden afgesproken. In het deelfonds zal worden gewerkt met verschillende verdeelmodellen. Momenteel wordt voor de verschillende onderdelen gezocht naar een nieuw model voor een goede verdeling van de middelen in het deelfonds.
Top of flop in de algemene uitkering
Op de website van het ministerie van BZK staat de voorlopige berekening van de algemene uitkering 2014 van alle gemeenten, verpakt in een enorm Excel-rekenblad. Gelukkig staat onderaan het rekenblad een knop 'specificatie', met behulp waar- van de cijfers van elke gemeente keurig op twee A4'tjes worden gepresenteerd. Het rekenblad is te vinden met de zoektermen BZK, gemeentefonds en verdeling 2014. Het aardige is dat de score van de eigen gemeente kan worden vergeleken met die van andere. Hoe scoort de buurgemeente precies? Ook kun je leuke ranglijstjes maken. Als we het totaalbedrag dat een gemeente ontvangt nu eens delen door het aantal inwoners, wat is dan de top drie van de hoogst en laagst scorende gemeenten?
We kunnen ongeveer wel raden hoe de lijstjes eruit zien. In 2014 scoren het laagst Blaricum (549 euro per inwoner), Bloemendaal (566 euro) en Bunnik (591 euro). Alle drie kennen lage kosten en hoge WOZ-waarden, waardoor zij zelf veel geld kunnen ophalen. In de top drie met de hoogste score staan Rozendaal (1.521 euro per inwoner), Groningen (1.420 euro) en Lelystad (1.267 euro).
De G4 en de Waddeneilanden blijven hier buiten beschouwing, want voor hen gelden afwijkende regels. Koploper is dus Rozendaal, het welvarende dorp onder de rook van Arnhem. Klopt dat wel? Jazeker. De gemeente heeft slechts 1.500 inwoners en profiteert van een enkele vloer in de verdeelmaatstaven. Ook tikt het vaste bedrag van 400.000 euro flink aan. Elke gemeente ontvangt dat, ongeacht het aantal inwoners. Overigens telt Rozendaal drie bijstandsgerechtigden. Drie!
Abonneer u op BNG Magazine via onderstaande knop.
Stuur uw artikel naar de redactie van BNG Magazine en wij nemen vervolgens contact met u op.