Hoewel de Griekse overheidsschuld in 2015 daalde, bezorgt het absolute niveau ervan (177% bbp eind 2015) het Internationaal Monetair Fonds, de ECB en de landen binnen de eurozone de nodige hoofdbrekens. Het standpunt van het IMF, dat een afschrijving op de Griekse overheidsschuld noodzakelijk is om het land uit het slop te trekken, was lange tijd voor de overige partijen onacceptabel. Inmiddels wordt duidelijk dat beide partijen bereid zijn enig water bij de wijn te doen. Het IMF heeft aangegeven dat de schuldenverlichting niet op korte termijn noodzakelijk is. De eurogroep heeft ingestemd met het maken van een analyse of, en zo ja in hoeverre, schuldverlichting noodzakelijk is en hoe dat zou kunnen worden gerealiseerd. Volgens eurogroepvoorzitter Dijsselbloem, die zich redelijk tevreden betoonde met de voortgang van de hervormingen in Griekenland, is er geen sprake van kwijtschelding van schulden, maar kan er worden gesproken over verlening van looptijden en een langere rentevrije periode.
De Verenigde Staten mengden zich in een ander dossier dat de Europese gemoederen bezig houdt. Het land heeft de druk op de voorstanders van een uittreding van Groot-Brittannië uit de Europese Unie flink opgevoerd met de waarschuwing dat in dat geval een handelsovereenkomst met dat land voor de VS niet de hoogste prioriteit heeft.
De markten reageerden aanvankelijk teleurgesteld op het uitblijven van een akkoord over de regulering van de olieproductie. De olieprijs daalde scherp. In de loop van de week herstelde deze zich weer, om uiteindelijk boven het niveau van eind vorige week te sluiten.
De bijeenkomst van de Europese Centrale Bank leverde geen verrassingen op. Zoals verwacht bleef de rente op hetzelfde niveau. Bekend werd dat obligaties van verzekeraars ook in aanmerking komen voor het opkoopprogramma en dat de ECB vanaf het eind van het tweede kwartaal ook bedrijfsobligaties gaat opkopen.
Standen per 22 APRIL 2016
|
3 maanden |
9-10 jaar *) |
Verenigde Staten | 0,64 (0,63) | 1,88 (1,75) |
Eurozone | -0,25 (-0,25) | 0,61 (0,52) |
Duitsland | | 0,23 (0,13) |
Frankrijk | | 0,57 (0,47) |
Italië | | 1,54 (1,41) |
Spanje | | 1,59 (1,50) |
Nederland | | 0,44 (0,35) |
Eurokoers | USD 1,126 (1,128) | |
*) rendementen op staatsleningen, eurozone tienjaars euro swap rate.
Grafiek
Economisch nieuws
VERENIGDE STATEN
- huizenmarktindex, april: 58 (maart: 58)
- woningproductie, maart: 1,061 mln., 31,6% j.o.j. (februari: 1,016 mnl., 18,5% j.o.j.)
- verkochte bestaande woningen, maart: 5,330 mln., 1,5% j.o.j. (februari: 5,070 mln. 2,0% j.o.j.)
- business outlook Philadelphia, april: -1,6 (maart: +12,4)
- leading indicators, maart: +0,2 (februari: -0,1)
CHINA
EUROZONE
- productie bouwnijverheid, februari: -1,1%, 2,5% j.o.j. (januari: 4,9% j.o.j.)
- consumentenvertrouwen, april: -9,3 (maart: -9,7)
- overheidssaldo, 2015: -2,2% bbp (2014: -2,6% bbp)
- bruto overheidsschuld, 2015: 93,5% (2014: 94,5%)
- inkoopmanagersindex industrie (Markit), april: 51,5 (maart: 51,6)
- inkoopmanagersindex diensten (Markit), april: 53,2 (maart: 53,1)
DUITSLAND
- producentenprijsindex, maart: -0,1%, -3,1 % j.o.j. (februari -3,0% j.o.j.); excl. energie maart: -0,2%
- inkoopmanagersindex industrie (Markit) april: 51,9 (maart: 50,7)
- inkoopmanagersindex diensten (Markit) april: 54,6 (maart: 55,1)
FRANKRIJK
- ondernemersvertrouwen, april: 101, (maart: 101)
- inkoopmanagersindex industrie (Markit) , april: 48,3 (maart: 49,6)
- inkoopmanagersindex diensten (Markit), april: 50,8 (maart: 49,9)
ITALIE
- detailhandelsomzet, februari: 0,3% 2,7% j.o.j. (januari: -0,8% j.o.j.)
SPANJE
NEDERLAND
- werkloosheid, maart: -8.000
- consumptie, februari, 0,1% j.o.j. (januari: 0,4% j.o.j.)
- consumentenvertrouwen, april: +1 (maart: -4)
- koopbereidheid, april: -1 (maart: -2)
Agenda
25-apr | Verenigde Staten | verkochte nieuwbouwwoningen | maart |
| Duitsland | ondernemersvertrouwen | april |
26-apr | Verenigde Staten | consumentenvertrouwen(CB) | april |
| | huizenprijsindex (Case-Shiller) | februari |
| | orders duurzame goederen | maart |
27-apr | Verenigde Staten | bijeenkomst FOMC | |
| Eurozone | geldhoeveelheid(M3) | maart |
| Duitsland | consumentenvertrouwen | mei |
| Frankrijk | consumentenvertrouwen | april |
| Italië | ondernemersvertrouwen | april |
| | consumentenvertrouwen | april |
| Spanje | detailhandelsomzet(volume) | maart |
28-apr | Verenigde Staten | bruto binnenlands product | eerste kwartaal |
| Japan | bijeenkomst Bank of Japan | |
| | consumentenprijsindex | maart |
| Eurozone | index economisch sentiment | april |
| Spanje | consumentenprijsindex | april |
| Nederland | producentenvertrouwen | april |
29-apr | Verenigde Staten | consumentenvertrouwen(UvM) | april* |
| | inkoopmanagersindex Chicago | april |
| | loonkosten | eerste kwartaal |
| | consumptie | maart |
| | beschikbaar inkomen | maart |
| Eurozone | bruto binnenlands product | eerste kwartaal |
| | consumentenprijsindex(hcpi) | april |
| | werkloosheid | maart |
| Frankrijk | bruto binnenlands product | eerste kwartaal |
| | consumptie | maart |
| | consumentenprijsindex | april |
| Italië | werkgelegenheid | maart |
| | consumentenprijsindex | april |
| Spanje | bruto binnenlands product | eerste kwartaal |
* herziening
Verwachtingen
De internationale conjunctuur ontwikkelt zich ook in 2016 gematigd. De Amerikaanse economie groeit in 2016 naar verwachting met ca. 1,8%, 0,6 procentpunt minder dan in 2015. De groei van de bedrijvigheid is vooral te danken aan de consumptie en de investeringen in vaste activa. De inflatie loopt licht op, nl. van 0,3% in 2015 naar 1,3% in 2016. Het conjunctuurherstel in de eurozone zet in 2016 door. Het bbp neemt toe met ongeveer 1,5%. De groei van de bedrijvigheid is tamelijk breed gedragen, al groeit de uitvoer mede dankzij de gunstige eurokoers relatief het sterkst. De private consumptie neemt toe onder invloed van een herstel van de werkgelegenheid. De inflatie blijft met 0,5% op een zeer laag niveau. De Nederlandse economie groeit in 2016 met ca. 2,2%, 0,2% meer dan vorig jaar. De inflatie komt uit op 0,7%, nauwelijks hoger dan in 2015.
|
|
|
|
Economische groei |
2014 |
2015 |
2016 |
Verenigde Staten | 2,4 | 2,4 | 1,8 |
China | 7,3 | 6,9 | 6,0 |
Japan | 0,0 | 0,5 | 0,5 |
Eurozone | 0,9 | 1,6 | 1,5 |
Duitsland | 1,6 | 1,7 | 1,5 |
Frankrijk | 0,2 | 1,2 | 1,2 |
Italië | -0,4 | 0,8 | 1,0 |
Spanje | 1,4 | 3,2 | 2,5 |
Nederland | 1,0 | 2,0 | 2,2 |
|
|
|
|
Inflatie *) |
2014 |
2015 |
2016 |
Verenigde Staten | 1,4 | 0,3 | 1,3 |
China | 2,0 | 1,4 | 1,5 |
Japan | 2,7 | 0,8 | 0,3 |
Eurozone | 0,4 | 0,0 | 0,5 |
Duitsland | 0,9 | 0,2 | 0,8 |
Frankrijk | 0,5 | 0,0 | 0,5 |
Italië | 0,2 | 0,0 | 0,3 |
Spanje | -0,2 | -0,5 | 0,2 |
Nederland | 1,0 | 0,6 | 0,7 |
| | | |
*) mutatie consumentenprijsindex, Verenigde Staten consumptiedeflator, eurozone geharmoniseerde consumentenprijsindex.
Rentevisie
De ECB zal een ruim monetair beleid blijven voeren, waardoor de korte rente laag blijft. De lange rentetarieven zullen onder invloed van het gematigde economisch herstel wat gaan oplopen.
|
Ultimo 2016 |
---|
|
prognose | | |
forward rate |
3 maanden | -0,30 | | | -0,30 |
Duitsland | 0,90 | | | 0,36 |
Nederland | 1,10 | | | 0,77 |