Dat is iets meer dan de toename van 0,3% die in het vierde kwartaal werd gemeten. De consumptie groeide het eerste kwartaal met 0,4%, na een stabilisatie in het vierde kwartaal. De investeringen in vaste activa namen juist minder toe, nl. 0,4%. In het vierde kwartaal stegen de investeringen nog met 2,8%. Jaar-op-jaar groeide de Nederlandse economie in het eerste kwartaal met 1,4% tegen 1,6% in het vierde kwartaal. Ook in andere eurolanden verliep het eerste kwartaal relatief gunstig. De Duitse economie ging 0,7% vooruit, de grootste toename in twee jaar. De Italiaanse economie bleef met een groei van 0,3% wat achter. In de eurozone als geheel kwam de groei uit op 0,5%, 0,1%-punt lager dan eerder was gemeld. Dat is aanzienlijk meer dan de Verenigde Staten, waar het bbp met slechts 0,1% toenam. De eerste cijfers van april (detailhandelsomzet) vielen evenwel mee en lijken te wijzen op een opleving van de Amerikaanse bedrijvigheid in het tweede kwartaal.
Standen per 16 MEI 2016
|
3 maanden |
9-10 jaar *) |
Verenigde Staten | 0,63 (0,63) | 1,76 (1,77) |
Eurozone | -0,26 (-0,26) | 0,54 (0,54) |
Duitsland | | 0,14 (0,15) |
Frankrijk | | 0,49 (0,52) |
Italië | | 1,56 (1,56) |
Spanje | | 1,61 (1,58) |
Nederland | | 0,36 (0,38) |
Eurokoers | USD 1,132 (1,143) | |
*) rendementen op staatsleningen, eurozone tienjaars euro swap rate.
Grafiek
Nederland
Economisch nieuws
VERENIGDE STATEN
- consumentenvertrouwen(UvM), mei: 95,8 (april: 89,0)
- huizenmarktindex, mei: 58 (april: 58)
- empire state man. survey Fed New York, mei: -9,0 (april: +9,6)
- detailhandelsomzet, april: 1,3%, 3,0% j.o.j. (maart: -0,3%, 1,7% j.o.j., herzien van -0,5%, 1,5% j.o.j.)
- producentenprijsindex, april: 0,2%, excl. voedsel en energie 0,1%, 0,0% j.o.j. (maart: -0,1% j.o.j.)
EUROZONE
- bruto binnenlands product, eerste kwartaal: 0,5%, 1,5% j.o.j. (herzien van 0,6%, 1,6% j.o.j.)
- industriële productie, maart: -0,8%, 0,2% j.o.j. (februari: -1,2%, 1,0% j.o.j., herzien van -0,8%, 0,8% j.o.j.)
DUITSLAND
- bruto binnenlands product, eerste kwartaal: 0,7%, 0,3% j.o.j. (vierde kwartaal: 2,1% j.o.j.)
- industriële productie, maart: -1,0%, 0,2% j.o.j. (februari: -1,1%, 1,3% j.o.j., herzien van -0,7%, 0,9% j.o.j.)
- industriële orders(volume), maart: 1,9%, -0,7% j.o.j. (februari: 1,4% j.o.j.)
- uitvoer, maart: 2,2% j.o.j. (februari: 1,5% j.o.j.)
- invoer, maart: -2,5% j.o.j. (februari: 2,2% j.o.j.)
- saldo handelsbalans, maart: EUR 23,6 mrd. (februari: EUR 20,0 mrd.)
- consumentenprijsindex, april: -0,4%, -0,1% j.o.j. (niet herzien)
FRANKRIJK
- industriële productie, maart: -0,3%, 0,0% j.o.j. (februari: -1,3%, 2,7% j.o.j., herzien van -1,0%, 2,8% j.o.j.)
- werkgelegenheid, eerste kwartaal: +24.400, 0,7% j.o.j. (vierde kwartaal: +31.400, 0,6% j.o.j.)
- consumentenprijsindex, april: -0,1%, -0,2% j.o.j. (niet herzien)
ITALIE
- bruto binnenlands product, eerste kwartaal: 0,3%, 1,0% j.o.j. (vierde kwartaal: 0,1%, 1,0% j.o.j.)
- industriële productie, maart: 0,0%, 0,5% j.o.j. (februari: 1,1% j.o.j.)
- consumentenprijsindex, april: -0,1%, -0,5% j.o.j. (herzien van 0,0%, -0,4% j.o.j.)
SPANJE
- consumentenprijsindex, april: 0,7%, -1,1% j.o.j. (niet herzien)
NEDERLAND
- bruto binnenlands product, eerste kwartaal: 0,5%, 1,4% j.o.j. (vierde kwartaal: 0,3%, 1,6% j.o.j.)
- detailhandelsomzet(volume), april: 3,9% j.o.j. ; driemaands gemiddelde tot en met april: 1,1% j.o.j. (maart: 1,1% j.o.j.)
- industriële productie, maart: -2,4%, 0,3% j.o.j. (februari: -0,4%, 1,6% j.o.j., herzien van 0,0%, 1,8% j.o.j.)
- uitvoer, maart(volume): 2,7% j.o.j. (februari: 1,5% j.o.j.)
- invoer, maart(volume): -0,6% j.o.j. (februari: 6,3% j.o.j.)
- saldo handelsbalans, maart: EUR 5,0 mrd. (februari: EUR 3,9 mrd.)
- consumentenprijsindex, april: 0,1%, 0,0% j.o.j. (maart: 0,6% j.o.j.)
- vervolguitgifte 0,5% staatslening per 15-7-2016: EUR 2,5 mrd. tegen een effectief rendement van 0,36%; uitstaande volume na emissie: EUR 8,2 mrd.
Agenda
17-mei | Verenigde Staten | woningproductie | | april |
| | consumentenprijsindex | | april |
| | industriële productie | | april |
| Eurozone | handelsbalans | | maart |
| Nederland | ondernemersvertrouwen | | tweede kwartaal |
18-mei | Japan | bruto binnenlands product | | eerste kwartaal |
| Eurozone | consumentenprijsindex(hcpi) | | april* |
19-mei | Verenigde Staten | business outlook Fed Philadelphia | | mei |
| | inex van leading indicators | | april |
| Eurozone | productie bouwnijverheid | | maart |
| Nederland | werkloosheid | | april |
20-mei | Verenigde Staten | bestaande woningverkopen | | april |
| Duitsland | producentenprijsindex | | april |
* herziening
Verwachtingen
De internationale conjunctuur trekt in 2017 wat aan onder invloed van een licht economisch herstel van de opkomende landen. De Amerikaanse economie groeit in 2017 naar verwachting met 2,2%, 0,4 procentpunt meer dan in 2016. De aanhoudende groei is vooral te danken aan de consumptie en de investeringen in vaste activa. De inflatie loopt als gevolg van een stijging van de energieprijzen op van 1,3% dit jaar naar 2,3% in 2017. De bedrijvigheid in de eurozone neemt in 2017 toe met ca. 1,6%. De groei wijkt daarmee weinig af van dit jaar. De inflatie loopt op van 0,5% naar 1,3%. De groei van de Nederlandse economie vlakt wat af, nl. van 2,0% dit jaar naar ca. 1,7% in 2017. De inflatie komt uit op 1,8%, ruim 1 procentpunt hoger dan in 2016.
|
|
|
|
Economische groei |
2015 |
2016 |
2017 |
Verenigde Staten | 2,4 | 1,8 | 2,2 |
China | 7,0 | 6,3(6,0) | 6,2 |
Japan | 0,5 | 0,5 | 0,5 |
Eurozone | 1,6 | 1,5 | 1,6 |
Duitsland | 1,7 | 1,5 | 1,6 |
Frankrijk | 1,2 | 1,2 | 1,4 |
Italië | 0,8 | 1,0 | 1,1 |
Spanje | 3,2 | 2,8(2,5) | 2,5 |
Nederland | 2,0 | 2,0(2,2) | 1,7 |
|
|
|
|
Inflatie *) |
2015 |
2016 |
2017 |
Verenigde Staten | 0,3 | 1,3 | 2,3 |
China | 1,4 | 2,0(1,5) | 2,0 |
Japan | 0,8 | 0,3 | 2,0 |
Eurozone | 0,0 | 0,5 | 1,3 |
Duitsland | 0,2 | 0,8 | 1,7 |
Frankrijk | 0,0 | 0,5 | 1,1 |
Italië | 0,0 | 0,3 | 0,8 |
Spanje | -0,5 | 0,2 | 1,3 |
Nederland | 0,6 | 0,7 | 1,8 |
| | | |
*) mutatie consumentenprijsindex, Verenigde Staten consumptiedeflator, eurozone geharmoniseerde consumentenprijsindex.
Rentevisie
De ECB zal een ruim monetair beleid blijven voeren, waardoor de korte rente laag blijft. De lange rentetarieven zullen onder invloed van het gematigde economisch herstel wat gaan oplopen.
|
Ultimo 2016 |
---|
|
prognose | | |
forward rate |
3 maanden | -0,30 | | | -0,29 |
Duitsland | 0,90 | | | 0,24 |
Nederland | 1,10 | | | 0,46 |