Geen gerelateerd nieuws gevonden
Achtergrondinformatie gebouwgebonden financiering
Waarom gebouwgebonden financiering?
Particuliere woningeigenaren hebben in veel gevallen onvoldoende eigen middelen of financieringsruimte voor de verduurzaming van de eigen woning. Ook als ze de middelen wel hebben, is het de vraag of de middelen daarvoor worden ingezet. Het betreft hoge investeringen, die vaak een langjarige positieve impact hebben op het comfort en de energielasten van de woning. Daarbij speelt wel de vraag of de huidige bewoner daarvan kan blijven profiteren of dat deze de investering bij verkoop terugziet in de waarde van de woning. ('Doe ik hiermee geen investering, waarvan vooral de volgende bewoner gaat profiteren?')
Uitgangspunten van het concept
Een gebouwgebonden financiering zou in dit geval een oplossing kunnen bieden. Hierbij wordt de financiering van de verduurzamingsinvestering aan de woning gekoppeld. Deze financiering kan door de reguliere hypotheekbanken worden verstrekt, maar eventueel ook door andere partijen, zoals gemeenten. Bij verkoop van de woning gaan de termijnbetalingen die voortkomen uit de financiering over op de volgende eigenaar. De lasten worden hiermee gelijkmatiger verdeeld over de levensduur van de investering, waardoor de langere terugverdientijd ook daadwerkelijk in beschouwing kan worden genomen bij de investeringsbeslissing. Zowel in het regeerakkoord als in de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord, wordt gebouwgebonden financiering als belangrijke oplossing benoemd voor de verduurzaming van particulier woningbezit.Omdat het uitgangspunt is dat de termijnbetalingen (ongeveer) overeenkomen met de besparing in de energielast, kan deze vorm van financiering ook worden ingezet bij huiseigenaren die geen of onvoldoende extra financieringsruimte hebben.
De gedachte achter gebouwgebonden financiering is dat een partij (een bank of bijvoorbeeld een gemeente) de kosten voor de duurzaamheidsinvestering voorfinanciert en daarvoor periodieke betalingen van (huidige en toekomstige) bewoners ontvangt. Daarbij speelt tevens de vraag wie deze periodieke betaling int en welke juridisch grondslag daarvoor bestaat.
Diverse initiatieven en concepten
De volgende constructies en juridische grondslagen worden momenteel onderzocht: - Inning via de gemeentelijke baatbelasting.
- Via de servicekosten van de vereniging van eigenaren.
- Inning via de netwerkkosten van energienetwerkbeheerders. De termijnen worden vervolgens doorgezet naar de financier (niet zijnde de netbeheerder).
- Via een kwalitatieve verplichting. De bewoner betaalt de termijnen direct aan de financier, waarbij de verplichting is neergelegd in een notariële akte.
- Via het opstalrecht. De 'financier' is eigenaar van de energetische maatregelen.
Mogelijke rol van gemeenten
-
Rene Goorden, Relatiemanager Wonen
-
Frederike Versloot, Hoofd Communicatie