Hoe wordt de warmtetransitie een succes?
De warmtetransitie is een belangrijk onderwerp in het duurzamer maken van Nederland. Maar die transitie is niet eenvoudig. Wat is er nodig voor een succesvolle warmtetransitie? BNG Bank zet de belangrijkste punten op een rij.
- Duidelijkheid over de kosten
Er is op korte termijn behoefte aan duidelijkheid over de exacte manier waarop de kosten van warmtetarieven gebaseerd gaan worden. Het is daarbij belangrijk dat alleen efficiënte kosten aan de klant doorbelast worden. Subsidies en door de klant betaalde aansluitkosten worden niet in de afschrijvingskosten van de kapitaalgoederen worden meegenomen.
- Transparantie in kosten en prijzen
Het is belangrijk dat er transparantie komt in kosten en prijzen. Een mooi voorbeeld hiervoor zijn de drinkwatertarieven. Deze worden jaarlijks door de drinkwaterbedrijven vastgesteld en door de VEWIN (branchevereniging drinkwaterbedrijven) gepubliceerd. De ACM ziet hier op toe. De ACM stelt de tarieven niet vast, maar kan gevraagd of ongevraagd de onderbouwing van de tarieven toetsen of beoordelen.
- Nationale methodiek
Bewoners moeten vertrouwen kunnen putten uit een nationale methodiek die de kosten voor warmte (en koude) van een gemiddeld huishouden bepaalt. Een methodiek waaruit de tarieven voor de consument voortvloeien. Hierbij moet altijd met dezelfde parameters worden gerekend. In Denemarken hebben ze hiervoor een eenduidige methodiek die bewoners en gemeenten helpt in het maken van keuzes voor de levering van warmte.
- Zo laag mogelijke kosten
Warmtebedrijven moeten zich inzetten om bewoners aan warmte tegen zo laag mogelijke kosten te helpen. Er komt alleen een warmtenet als het past binnen de gemeentelijke transitievisie over warmte en als aangetoond is dat het de aantrekkelijkste optie is voor de bewoners.
- Landelijke kostencatalogus
Er is behoefte aan een landelijke kostencatalogus zodat alle warmtebedrijven en gemeenten ervaringen over investerings- en exploitatiekosten van warmtenetten met elkaar delen. Deze catalogus kan ook worden gebruikt voor het uitwerken van nieuwe investeringsplannen. Een grote inkooporganisatie als Rijkswaterstaat beschikt over zo’n systeem voor investeringen in weg- en waterinfrastructuur. Iets soortgelijks moet beschikbaar komen voor investeringen in warmte-infrastructuur.
- Technische standaarden
In veel sectoren zijn er technische standaarden vastgesteld waaraan investeringen moeten voldoen. Hierin staan richtlijnen voor de levensduur, maximale warmteverliezen en het onderhoud. Dit is belangrijk om gemeenten, bewoners en financiers het vertrouwen te geven dat er degelijk en met een langetermijnvisie geïnvesteerd wordt.
- Ondersteunende belastingen en subsidies
Zodra de keuze is gemaakt voor een zo efficiënt mogelijke warmtelevering in een gebied is het wenselijk dat de belastingen en subsidies de investering in warmtelevering voor de bewoner ondersteunt. Dat betekent dat er geen subsidies op alternatieve warmtevoorzieningen ingezet moeten worden in gebieden waar een warmtenet de beste oplossing is en versa versa dat warmtenetten geen ondersteuning moeten krijgen als het niet de goedkoopste oplossing is voor bewoners. Hetzelfde geldt voor de inzet van belastingen op energie.
- Landelijk waarborgfonds
Een landelijk waarborgfonds voor investeringen in warmtenetten reduceert de kapitaalkosten van warmtenetten aanzienlijk. Daardoor kunnen de tarieven voor bewoners ook fors lager uitvallen. Een landelijke regeling met achtervang van de rijksoverheid maakt de financieringsopgave voor gemeenten aanmerkelijk dragelijker. Bovendien biedt het overal in Nederland dezelfde voorwaarden en maakt het investeringen voorspelbaarder.
- Energiecoöperaties
Ook energiecoöperaties van bewoners moeten gebruik kunnen maken van het waarborgfonds. Tevens hebben zij behoefte aan additionele ondersteuning bij financiering in de voorbereidings- en ontwikkelfase.
- Meerdere warmtebronnen
Om de prijs van warmte stabiel te houden, is het wenselijk een gevarieerde bronnenstrategie te ontwikkelen. Indien men beschikt over meerdere (potentiële) warmtebronnen en warmte-opslagmogelijkheden zijn fluctuaties in energieprijzen beter op te vangen. Dan kunnen grote schokken in het aanbod voorkomen worden. Tegelijk is het eenvoudiger de bronnenmix sneller te verduurzamen.
Draagvlak onder bewoners voor een collectief warmtesysteem is erg belangrijk. Dit krijg je door bewoners een aantoonbaar aantrekkelijk aanbod te doen en hen te betrekken in het hele proces van de warmtetransitie. Bewoners moeten geen oplossing ‘opgelegd’ krijgen. Daarnaast moet er ruimte zijn en blijven voor innovatie en kostenverlaging.